Jubileum Attiek 30 jaar - HIER OOK EEN VERSLAG!
za 14 mei
|Stadsschouwburg De Harmonie
SCROLL NAAR BENEDEN VOOR EEN VERSLAG VAN DE JUBILEUMMIDDAG!
Tijd en locatie
14 mei 2022, 14:00 – 18:00
Stadsschouwburg De Harmonie, Ruiterskwartier 4, 8911 BP Leeuwarden, Nederland
Over het evenement
Symposium
Wederopbouw: bron van zorg én inspiratie. Leeuwarder stadsuitbreidingen uit de jaren 1945-1965.
Attiek 30 jaar!
Hét discussieplatform voor architectuur, stedenbouw en ruimte in Leeuwarden bestaat dit seizoen 30 jaar. Het huidige bestuur vindt dit een goede reden voor een feestje. Maar Attiek zou Attiek niet zijn, als we niet ook een interessant onderwerp met je zouden willen bediscussiëren: de Leeuwarder wederopbouwwijken en hun toekomst.
Wederopbouw
Aanleiding tot de keuze vanjuist dit onderwerp is het plan voor de vernieuwing van de Leeuwarder stadswijk Heechterp. De wijk werd eind jaren vijftig door het toonaangevende bureau Van den Broek en Bakema ontworpen in de geest van het Nieuwe Bouwen. In 2020 werd de Toekomstvisie Heechterp ontwikkeld die vorig jaar resulteerde in een masterplan. In de wijk worden 610 nieuwe woningen gerealiseerd, waarbij één van de woonvelden wordt ingericht als ‘erfgoed-cluster’, bedoeld als een ode aan de wederopbouw-architectuur. Deze actualiteit grijpen we aan om, in de vorm van een symposium, samen een blik te werpen op de culturele betekenis en toekomst van de Leeuwarder wederopbouwwijken.
Centrale vraag van het symposium
Hoe gaan we om met de architectuur, stedenbouw en monumentale kunst van de wederopbouwperiode in Leeuwarden? Wat kunnen we ervan leren voor nu en de toekomst?
We laten de volgende specialisten aan het woord:
Drs. Huub Mous ‘Wederopbouw: tussen optimisme en angst voor de leegte.’
Huub Mous is kunsthistoricus en publicist. Hij publiceerde over de na-oorlogse beeldende kunst en architectuur, onder meer: Reizen door de tijd (2005), De kleur van Friesland (2008) en De Fries die in de toekomst sprong (2016).
Dr. Meindert Schroor ‘De wederopbouwwijken van Leeuwarden: Systeembouwen tegen de woningnood.’
Meindert Schroor is sociaal geograaf, heeft een eigen onderzoeksbureau (Varenius)en is portefeuillehouder cultuurhistorie aan de Waddenacademie. Hij publiceerde onder meer de Historische Atlas van Leeuwarden (2015). Tevens is hij hoofdredacteur van de Nieuwe encyclopedie van Fryslân (2016).
Drs. Anita Blom ‘De wederopbouwwijken 1945 tot 1965. Het erfgoed van de alledaagsheid.’
Anita Blom is senior specialist naoorlogse architectuur en stedenbouw, en projectleider Post 65, bij de Rijksdienst Cultureel Erfgoed (RCE). Ze publiceerde onder meer de Atlas van de wederopbouw (2013) en Wederopbouw, een kansrijke erfenis (2016).
Aansluitend op de lezingen is er volop gelegenheid voor vragen en discussie. Moderator is Drs. Geart de Vries, historicus, voormalig documentairemaker bij Omrop Fryslân en oud-directeur van het Historisch Centrum Leeuwarden.
Na de discussie zal een jubileum-publicatie worden gepresenteerd. De middag wordt afgesloten met een feestelijke borrel.
Wij nodigen je van harte uit dit feest met ons te vieren!
Dus noteer alvast de datum. De toegang is gratis.
NB: Reserveren is vanwege het beperkte aantal plaatsen verplicht. Graag aanmelden via de rode knop op deze pagina.
Programma-overzicht
14.00u Deur open
14.30u Start symposium, welkomstwoord Tim Brill (bestuursvoorzitter Attiek)
Lezing Huub Mous
Lezing Meindert Schroor
15.30u Pauze
16.00u Lezing Anita Blom
Gelegenheid voor discussie
Presentatie jubileumpublicatie
16.45u Start feestelijke borrel
18.00u Afsluiting
LEES HIERONDER EEN VERSLAG VAN HET JUBILEUMSYMPOSIUM:
VERSLAG
Op zaterdag 14 mei 2022 werd in Stadsschouwburg De Harmonie het dertigjarig jubileum van Attiek gevierd met een symposium over de wederopbouwtijd en een feestelijke borrel. De keuze van het onderwerp hield verband met het actuele ‘Masterplan Heechterp’ voor de vernieuwing van de Leeuwarder woonwijk die eind jaren vijftig van de vorige eeuw werd gebouwd op een stedenbouwkundig plan van het Rotterdamse bureau Van den Broek en Bakema. De jubileumviering vond plaats in het bijzijn van meer dan honderd mensen, die met hun aanwezigheid te kennen gaven dat het middagvullende programma binnen, hen voor even meer waard was dan het prachtige lenteweer buiten. Het publiek bestond voor een groot deel uit trouwe Attiek-aanhang, met veel bekende gezichten uit kringen van bestuurders en oud-bestuurders, ambtenaren uit de ruimtelijke sector, architecten en belangstellende leken.
Historische filmbeelden
Na een kort welkomstwoord van Attiek-bestuursvoorzitter Tim Brill werd een filmpje uit de wederopbouwjaren vertoond, waarin beelden van het na-oorlogse Leeuwarden waren te zien die vanaf de openbare weg met een rijdende camera waren opgenomen. Het publiek in de zaal zat direct op het puntje van de stoel om te ontdekken wat er allemaal in beeld voorbijkwam en het geroep van straatnamen gaf een druk geroezemoes.
Erfgoedisering
Aansluitend op deze eerste opwinding leidde moderator Geart de Vries het symposium in. Hij benadrukte daarbij dat er zowel terug- als vooruitgekeken zou worden en hij benoemde iets dat die middag vaker aan bod zou komen, namelijk de veranderlijkheid van onze kijk op de wederopbouwtijd en de architectuur en stedenbouw uit die periode. Dat was een prima aanloopje naar het inhoudelijke en boeiende verhaal van Huub Mous, de eerste van de drie sprekers die door Attiek waren uitgenodigd. In de beperkte spreektijd die hem was toegestaan, reeg Mous in sneltreinvaart elementen aan elkaar uit de na-oorlogse literatuur, beeldende kunst, fotografie, sociale wetenschappen en architectuur. Hij verduidelijkte daarmee dat de wederopbouw als cultureel fenomeen allesbehalve eenduidig was en dat onze kijk op de periode en wat die heeft voortgebracht door de tijd heen veranderlijk is. Mous begon bij zijn eigen worteling in de wederopbouwtijd en vertelde dat het lawaai van de heimachines, ‘het geluid van de wederopbouw’, door zijn jeugd in de Amsterdamse Watergraafsmeer ‘in zijn genen zit’. Desondanks eindigde hij met een duidelijke reserve jegens wat hij omschreef als ‘wildgroei van erfgoedisering’, die volgens hem was aangezwengeld door babyboomers die zich vastklampen aan hun verdwijnende wederopbouwwereld. Hij wees op het verschil tussen positieve en negatieve nostalgie en brak, in antwoord op het woekerende erfgoeddenken, een lans voor ruimtelijke vormgeving als een actuele culturele daad.
Van alles mis
De tweede spreker in de reeks was Meindert Schroor. Hij toonde veel historisch beeldmateriaal van Heechterp en andere Leeuwarder woonwijken uit de wederopbouwjaren en schetste in vogelvlucht een panorama vanaf de eerste strokenbouw in het Valeriuskwartier tot aan het actuele ‘masterplan’ voor de vernieuwing van Heechterp. Schroor lichtte toe dat de grote woningnood van destijds samenhing met het verouderde woningbestand en de wijdverbreide verkrotting. De stadsuitleg was verbonden met saneringen elders in Leeuwarden. Vervolgens zei Schroor dat er met de nieuwe wijken ‘gelijk al van alles mis’ was. Ter illustratie liet hij een in Heechterp gemaakte historische foto zien van een typische slechte wederopbouwflat met drie woonlagen op een gesloten onderstuk met bergingen. Een dergelijk ontwerp maakt iedere verbinding met de wereld aan de voet van het woongebouw onmogelijk. Ook noemde hij de vaak grote gehorigheid van de woningen. Problematisch was ook dat er in Heechterp een winkelcentrum werd gebouwd dat voor de wijk een maatje te groot was. De verwachting was dat het ook klanten van buiten de wijk zou aantrekken maar die bleven weg.
De eerste protesten tegen de nieuwbouw van Heechterp klonken al in de zomer van 1961. Onder de critici was ook de vrouwen-adviescommissie voor de woningbouw VAC. Een eerste vernieuwingsoperatie startte in 1982. De maisonnetteflats in de wijk werden pas eind jaren negentig gesloopt en rond die tijd moest ook het winkelcentrum wijken. Nieuwe eengezinswoningen kwamen ervoor in de plaats, maar toch lukte het daarmee niet om de wijk als geheel op een hoger plan te tillen. Een transformatie volgens het patroon van de gentrification zat er hier niet in. De wijk bleef overwegend bewoond door mensen met een krappe beurs en Heechterp werd in 2007 alsnog een Vogelaarwijk. In reactie daarop kwam in 2020 de Toekomstvisie Heechterp tot stand en daaruit ontstond in 2021 het actuele ‘Masterplan Heechterp’. Onderdeel van dit plan is het voornemen om een van de stempels waaruit de wijk is samengesteld, op de een of andere manier te behouden.
Aanvullingen
In een tussentijds vragenrondje kwamen enkele aanvullende zaken naar voren. Chris Vegter herinnerde eraan dat de gemeente de bouw van Heechterp destijds niet wilde toevertrouwen aan de plaatselijke aannemerij. Dat maakte de weg vrij voor de roemruchte projectontwikkelaar Zwolsman die Van den Broek en Bakema in de arm nam als ontwerper. Zo ontstond ‘een combinatie van een redelijk stempelplan en slechte bouwkwaliteit’, aldus Vegter.
In antwoord op een vraag uit het publiek over wat er nu precies in stand moet blijven van die ene stempel in Heechterp, meldde Leo van der Laan dat er nog van alles mogelijk is: min of meer volledig behoud, maar ook, bijvoorbeeld, sloop gevolgd door nieuwbouw op de oude contouren.
Een andere vraag uit het publiek was wat er bij de aanpak van Heechterp gaat gebeuren met de bewoners. Hein de Haan, wethouder ruimte en wonen, antwoordde dat de bewoners ernaar uitzien dat hun wijk wordt aangepakt. Ze zijn bij de planvorming betrokken en wie wil, kan na de vernieuwing in de wijk blijven wonen.
Jubileumpublicatie
Na een korte onderbreking werd het programma hervat met de uitreiking van het eerste exemplaar van de Attiek-jubileumpublicatie Het oog wil ook wat aan Hein de Haan. De wethouder, vaak aanwezig bij activiteiten van Attiek, feliciteerde de stichting en liet weten dat hij ernaar uitziet om ook in de komende jaren samen te discussiëren over ruimtelijke kwesties in Leeuwarden.
Cultuurschepping en ontwerpkracht
Vervolgens was het woord aan de derde en laatste spreker van de middag, Anita Blom. Haar voornaamste bijdrage was dat ze als insider uit de erfgoedwereld goed wist te vertellen hoe er door haar beroepsgroep naar het erfgoed uit de wederopbouw wordt gekeken en hoe de aandacht in de erfgoedzorg door de tijd heen is veranderd. Ze signaleerde dat de aandacht is verschoven van gebouwen naar gebieden en van materiële objecten naar de verhalen die erover zijn te vertellen. Daarbij wordt meer dan vroeger waarde gehecht aan het verband met cultuurschepping in het heden. Als voorbeeld noemde ze de Westelijke Tuinsteden in Amsterdam. De stedenbouwkundige structuur is hier volgens haar grotendeels intact gebleven. Maar belangrijker in dit verband vond Blom het gegeven dat de vernieuwing van deze naoorlogse uitbreidingsgebieden berust op begrip van hoe een gebied of gebouw wel of niet functioneert. Een dergelijk begrip moet richting geven aan iedere vernieuwingsoperatie. Het is daarbij zaak om aan gesignaleerde kwaliteiten vast te houden: ‘doorgronden en doorborduren’. Daarnaast benadrukte Blom dat kennis van de historische en culturele achtergrond van bijvoorbeeld een woonwijk als Heechterp, ten goede komt aan de waardering voor zo’n wijk door de bewoners en een groter publiek. En ze bepleitte met klem de inzet van ontwerpkracht bij iedere vernieuwingsoperatie; met cijfers en procedures alleen komen we er niet.
Liefde en kwaliteit
In de aansluitende discussie kwam onder meer de vraag naar voren of er lering is te trekken uit de eerdere vernieuwing van de Vrijheidswijk. Een pasklaar antwoord volgde er niet, maar Frits Veldmeijer gaf aan dat hij een deel van de oplossing ziet in een sterkere rol van de woningcorporaties. Leo van der Laan vond dat Heechterp tijdens diverse renovaties liefdeloos was behandeld, repte over het gebruik van trespa en merkte op dat het de corporaties waren die daarachter zaten. Ap Timmermans was van mening dat de ambities er bij de corporaties wel degelijk zijn maar dat de budgetten tekort schieten. In het verdere gesprek werd gezegd dat Elkien en de gemeente bij de huidige vernieuwingsplannen van Heechterp vanaf het begin samen zijn opgetrokken. Veldmeijer stelde dat de gemeenten de voorbije decennia door het rijk zijn uitgekleed en dat het kwaliteitsbesef in gemeentekringen daar zwaar van te lijden heeft.
Gerrit Boschloo stelde de vraag of Heechterp straks een geslaagde wijk zou worden en niet een volgende Bijlmer. Een direct antwoord kwam er niet, maar wel de aanvullende vraag of er eigenlijk bij de Rijksdienst Cultureel Erfgoed (RCE), de werkgever van Anita Blom, wel genoeg capaciteit is voor een actieve rol in dergelijke vernieuwingsprocessen. Zij beantwoordde de vraag ontkennend maar kon wel vertellen dat de RCE op het punt staat om adviseurs aan te trekken die hulp kunnen bieden bij het opstellen van omgevingsvisies en omgevingsplannen. Daarbij hamerde ze nogmaals op het belang van kwaliteit.
Oekraïene
De vraag uit het publiek of er niet wat meer plat moest worden gegooid, werd door Huub Mous met een wedervraag beantwoord: wat gaan ze straks in de Oekraïene doen met hun stukgebombardeerde wederopbouwwijken? Hij gaf aan dat hij zelf niet verwachtte dat het zou komen tot een getrouw herstel van het vernielde erfgoed en liet doorschemeren dat hij daar ook best begrip voor had.
Na het verstrijken van de discussietijd rondde moderator Geart de Vries het gesprek af en gaf hij de microfoon terug aan Attiek-bestuursvoorzitter Tim Brill. Staand naast het grote projectiescherm, waarop een luchtfoto was te zien van een wederopbouwwijk op leeftijd met uitbundig groen tussen de grijze betonstroken, merkte Brill op dat mettertijd het groen steeds beter wordt en de gebouwen steeds minder. De zaal schoot spontaan in de lach. In die vrolijke sfeer ontvingen de sprekers hun welverdiende Attiek-spelden en andere attenties, en het hele gezelschap begaf zich naar de foyer, die baadde in de namiddagse lentezon. Bij drank en lekkere hapjes werd daar het gesprek nog langdurig voortgezet.
Opdracht
Voor wie behoefte heeft aan een résumé in één zin, kan tot besluit worden gezegd dat in De Harmonie de waarde van materieel erfgoed – zeker in het geval van Heechterp – stevig werd gerelativeerd, terwijl daar tegenover uiting werd gegeven aan het verlangen naar een levende, geïnspireerde, liefdevolle en op kwaliteit gerichte ruimtelijke cultuur. Dat klinkt, in elk geval voor wat het laatste deel van die weergave betreft, als een mooie opdracht voor de volgende dertig jaar Attiek.
(Dave Wendt, mei 2022)